De eindbeschouwing
Ik heb de stage als prettig ervaren. De school vind ik erg groot en ik wil daarom de volgende stage op een kleinschalige school stage lopen. Ik voelde me welkom op het Raaylandcollege , eigenlijk meteen al bij het hartelijke kennismakingsgesprek.
In het stagelogboek heb ik mezelf elke dag een leerdoel gesteld. Op deze manier ben ik bewuster bezig met de stage. Een leerdoel heb ik niet gehaald omdat de docente ziek was. Ik wilde meekijken op het praktijkonderwijs. Leerlingen met een lager niveau. Ik wilde zelf ervaren hoe leerlingen in contact zijn en ik denk dat lesgeven ook anders zal zijn. Dit is een doel voor de volgende stage. Ik merkte dat ik enthousiasme mis bij de hogere klassen. Leeftijd zal ook een rol spelen. De jongere klassen zijn drukker in omgang en je moet vaker uitleggen.
Als ik kijk naar mijn eigen ontwikkeling in het didactische en pedagogische competent ben ik gegroeid. Ik heb in mijn les gebruik gemaakt van actieve didactiek. Ik heb leerlingen laten overleggen met elkaar, korte opdrachten laten maken en leerlingen laten tekenen op het bord. Ik had van Leontien van Broekhuizen stencils geleend over effectief leren in de les, basisvaardigheden voor de docenten. Ik merkte dat ik de klas er goed bij kon houden. De leerlingen deden actiever mee en ikzelf blijf ook alerter en het motiveerde me op deze manier om les te geven. Ik heb gedurende de stage meer contact gemaakt met leerlingen en ik voelde dat ze ook openstaan voor mij. Ze stelden vragen en hadden respect voor me. Ik stelde de leerlingen ook vragen hoe ze de lessen vinden en wat ze op school leuk of niet leuk vonden. Als ik leerlingen taken gaf, luisterde ze en hielpen bijvoorbeeld mee met opruimen.
De kern van de oriëntatiestage is de vraag; “Wil en kan ik in mijn vak docent worden”
Ik weet dat ik de goede keuze heb gemaakt om deze opleiding te volgen. Middels de stage ben ik erachter gekomen mits omdat ik vaker mezelf de vraag heb gesteld, dat ik docente wil worden. Niet fulltime, wel in combinatie met mijn eigen freelance bezigheden.
Ik merk ook dat de voorbereiding van lessen veel tijd en energie kost. Ik denk vooral tijdens de stages en in het begin wanneer ik docent zal zijn.
Ik vind het prettig dat we in duo’s stage lopen zodat ik met mijn medestagiaire kan evalueren. Anne en ik gaven elkaar feedback en we leerden van elkaars lessen.
De stage zit erop voor dit jaar en voor de volgende stage heb ik een aantal doelen om te verwezenlijken. De competenties zijn bijgewerkt en ik heb nu meer duidelijk waar ik aan moet werken.
Ik heb de stage als prettig ervaren. De school vind ik erg groot en ik wil daarom de volgende stage op een kleinschalige school stage lopen. Ik voelde me welkom op het Raaylandcollege , eigenlijk meteen al bij het hartelijke kennismakingsgesprek.
In het stagelogboek heb ik mezelf elke dag een leerdoel gesteld. Op deze manier ben ik bewuster bezig met de stage. Een leerdoel heb ik niet gehaald omdat de docente ziek was. Ik wilde meekijken op het praktijkonderwijs. Leerlingen met een lager niveau. Ik wilde zelf ervaren hoe leerlingen in contact zijn en ik denk dat lesgeven ook anders zal zijn. Dit is een doel voor de volgende stage. Ik merkte dat ik enthousiasme mis bij de hogere klassen. Leeftijd zal ook een rol spelen. De jongere klassen zijn drukker in omgang en je moet vaker uitleggen.
Als ik kijk naar mijn eigen ontwikkeling in het didactische en pedagogische competent ben ik gegroeid. Ik heb in mijn les gebruik gemaakt van actieve didactiek. Ik heb leerlingen laten overleggen met elkaar, korte opdrachten laten maken en leerlingen laten tekenen op het bord. Ik had van Leontien van Broekhuizen stencils geleend over effectief leren in de les, basisvaardigheden voor de docenten. Ik merkte dat ik de klas er goed bij kon houden. De leerlingen deden actiever mee en ikzelf blijf ook alerter en het motiveerde me op deze manier om les te geven. Ik heb gedurende de stage meer contact gemaakt met leerlingen en ik voelde dat ze ook openstaan voor mij. Ze stelden vragen en hadden respect voor me. Ik stelde de leerlingen ook vragen hoe ze de lessen vinden en wat ze op school leuk of niet leuk vonden. Als ik leerlingen taken gaf, luisterde ze en hielpen bijvoorbeeld mee met opruimen.
De kern van de oriëntatiestage is de vraag; “Wil en kan ik in mijn vak docent worden”
Ik weet dat ik de goede keuze heb gemaakt om deze opleiding te volgen. Middels de stage ben ik erachter gekomen mits omdat ik vaker mezelf de vraag heb gesteld, dat ik docente wil worden. Niet fulltime, wel in combinatie met mijn eigen freelance bezigheden.
Ik merk ook dat de voorbereiding van lessen veel tijd en energie kost. Ik denk vooral tijdens de stages en in het begin wanneer ik docent zal zijn.
Ik vind het prettig dat we in duo’s stage lopen zodat ik met mijn medestagiaire kan evalueren. Anne en ik gaven elkaar feedback en we leerden van elkaars lessen.
De stage zit erop voor dit jaar en voor de volgende stage heb ik een aantal doelen om te verwezenlijken. De competenties zijn bijgewerkt en ik heb nu meer duidelijk waar ik aan moet werken.
