Zie http://www.studentenportfolio.artez.nl/ voor het verslag van de interfaculteit.
zondag 8 augustus 2010
donderdag 5 augustus 2010
Filosofie "Rizoom"
Mier vs Mens
Rizoom
Een rizoom is een wortelstelsel zonder centrum, zonder boven, zonder onder. Het vertakt zich, met elk willekeurig punt met een ander willekeurig punt; het kan zelfs gebeuren dat een rizoom met wortels vergroeid raakt, maar belangrijk is dat er steeds weer vluchtlijnen ontstaan.
Mieren
Mieren zijn sociale insecten die niet alleen kunnen leven. Mieren komen overal ter wereld voor (behalve Antarctica of in water), die zich hebben kunnen aanpassen aan zeer verschillende leefomgevingen, een van de succesvolste dierensoorten op aarde. Mensen zijn ook overal ter wereld te vinden, ze passen zich aan op verschillende manieren. Je zou kunnen spreken van globalisering van mier en mens. De mierenhoop is hun territorium, wanneer dat te groot word gaat de groep zich verspreiden. Deze groep gaat deterritoriseren om zich elders te vestigen om te ontwikkelen; becoming. Mieren zijn net als mensen altijd druk, in beweging. Ze werken hard in hun complexe mierenmaatschappij. Mieren hebben net als mensen bepaalde rollen. Je hebt werkers, die de werktaken verdelen, kinderverzorgers, voedselverzamelaars, soldaten etc.
Alles in het leven is een systeem. Zonder dat je het zelf in de gaten hebt loop je mee in het systeem. Dat maakt me mediamoe en het denken word meer een lopende band opgave.
Hou verhoud ik me tot het systeem?
Die ene mier die uit de pas loopt ben ik. Waarom, omdat ik me bewust heb gemaakt van het systeem waarin ik leef. Binnen de kadering, de regels, tijden, roosters, etc. heb ik mijn eigen systeem gevonden waarbinnen ik toch de vrijheid ervaar. Mieren beschikken over het talent dat ze een sterke wil hebben om te overleven. Ik kan me hier wel in verplaatsen, als ik iets wil kan ik het ook. Ik denk dat je in jezelf moet geloven wil je iets bereiken. Ontwikkelen en altijd in wording zijn is een belangrijk gegeven. Ga je stil staan dan verstof je. Wanneer je tegenslag, breuk te verwerken krijgt, trek je een vluchtlijn; maar je neemt het risico om op nieuw een weg te vinden om ermee om te gaan. Dus toch die sterke wil die zorgt dat we als mens overleven. De vluchtlijn kan verlengen, oprekken, wijzigen tot een kronkelige lijn die verschillende richtingen kan bevatten. De kunstacademie gaan doen is voor mij een ervaring, de weg ernaar toe maakt het proces van altijd onderweg zijn, net zoals de mieren die altijd onderweg zijn. De kunst is volgens mij een levensstijl en niet alleen een studie.
Kunst is pas kunst als het communiceert
De mieren/mensen proberen te communiceren. Word ik als mens wel gezien? Hallo, hier ben ik, wat stellen we voor als mens? In deze maatschappij word ik ook gezien als een van de mierenhoop. Wanneer je binnen het systeem loopt gaat het je goed maar wat als je anders bent en niet past in het systeem?
Ik denk dat je via de kunst kan inspelen op het bewust maken waar men mee bezig is. We vervreemden van elkaar, mensen leven steeds meer voor zichzelf, oordoppen in en oogkleppen op dan zien ze me niet. De mieren geven aan hoe we bestaan, hoe we leven in het dagelijkse systeem van deze complexe maatschappij.
Rizoom
Een rizoom is een wortelstelsel zonder centrum, zonder boven, zonder onder. Het vertakt zich, met elk willekeurig punt met een ander willekeurig punt; het kan zelfs gebeuren dat een rizoom met wortels vergroeid raakt, maar belangrijk is dat er steeds weer vluchtlijnen ontstaan.
Mieren
Mieren zijn sociale insecten die niet alleen kunnen leven. Mieren komen overal ter wereld voor (behalve Antarctica of in water), die zich hebben kunnen aanpassen aan zeer verschillende leefomgevingen, een van de succesvolste dierensoorten op aarde. Mensen zijn ook overal ter wereld te vinden, ze passen zich aan op verschillende manieren. Je zou kunnen spreken van globalisering van mier en mens. De mierenhoop is hun territorium, wanneer dat te groot word gaat de groep zich verspreiden. Deze groep gaat deterritoriseren om zich elders te vestigen om te ontwikkelen; becoming. Mieren zijn net als mensen altijd druk, in beweging. Ze werken hard in hun complexe mierenmaatschappij. Mieren hebben net als mensen bepaalde rollen. Je hebt werkers, die de werktaken verdelen, kinderverzorgers, voedselverzamelaars, soldaten etc.
Alles in het leven is een systeem. Zonder dat je het zelf in de gaten hebt loop je mee in het systeem. Dat maakt me mediamoe en het denken word meer een lopende band opgave.
Hou verhoud ik me tot het systeem?
Die ene mier die uit de pas loopt ben ik. Waarom, omdat ik me bewust heb gemaakt van het systeem waarin ik leef. Binnen de kadering, de regels, tijden, roosters, etc. heb ik mijn eigen systeem gevonden waarbinnen ik toch de vrijheid ervaar. Mieren beschikken over het talent dat ze een sterke wil hebben om te overleven. Ik kan me hier wel in verplaatsen, als ik iets wil kan ik het ook. Ik denk dat je in jezelf moet geloven wil je iets bereiken. Ontwikkelen en altijd in wording zijn is een belangrijk gegeven. Ga je stil staan dan verstof je. Wanneer je tegenslag, breuk te verwerken krijgt, trek je een vluchtlijn; maar je neemt het risico om op nieuw een weg te vinden om ermee om te gaan. Dus toch die sterke wil die zorgt dat we als mens overleven. De vluchtlijn kan verlengen, oprekken, wijzigen tot een kronkelige lijn die verschillende richtingen kan bevatten. De kunstacademie gaan doen is voor mij een ervaring, de weg ernaar toe maakt het proces van altijd onderweg zijn, net zoals de mieren die altijd onderweg zijn. De kunst is volgens mij een levensstijl en niet alleen een studie.
Kunst is pas kunst als het communiceert
De mieren/mensen proberen te communiceren. Word ik als mens wel gezien? Hallo, hier ben ik, wat stellen we voor als mens? In deze maatschappij word ik ook gezien als een van de mierenhoop. Wanneer je binnen het systeem loopt gaat het je goed maar wat als je anders bent en niet past in het systeem?
Ik denk dat je via de kunst kan inspelen op het bewust maken waar men mee bezig is. We vervreemden van elkaar, mensen leven steeds meer voor zichzelf, oordoppen in en oogkleppen op dan zien ze me niet. De mieren geven aan hoe we bestaan, hoe we leven in het dagelijkse systeem van deze complexe maatschappij.
De Gieter
Na een lang proces van onderzoek, theorie en ontwerpen kreeg ik een spreuk van Hans; "Reflectie van water is mijn fasinatie dus ik maak een karaf of een gieter". Ik heb gekozen voor de gieter. Een moeilijke keus want ik bleef erg hangen bij het arche-type gieter. Na een aantal ontwerpen middels de 4 deuren, Materiaal, betekenis, constructie en functie is er een apart ontwerp uitgekomen. Ik wilde de gieter zo maken dat men op het eerste oogopslag niet weten dat het een gieter is. Voor mijn gevoel is dat gelukt. De gieter heb ik gemaakt van plaatstaal van 0,5 cm dik. De maat is 65cm met een diameter van 20 cm. Criteria; waterdicht, een losse tuit en een apart ontwerp. De lasnaden heb ik gescheurd en daarna gaten gestopt met polyester plamuur. Vervolgens heb ik de gieter gespoten met hammerite zodat de gieter een egale kleur kreeg. De rand boven en de rand aan de tuit afgewerkt met zwart rubber. Om de gieter helemaal water dicht te krijgen heb ik kaarsenvet gebuikt op de naden aan de binnenkant en buitenkant af te dichten. Tijdens de evaluatie heb ik de gieter gedemonstreerd.
Plaatstaal rond krijgen en afwerken vond ik een moeilijke opgave maar het is gelukt naar mijn zin.
donderdag 22 juli 2010
Thema natuur
Het laatste kwartaal heb ik verschillende teken- en schilderopdrachten gemaakt bij Roel Achterberg in het thema Natuur. Aan de hand van voorbeelden, citaten en andere wijsheden van Roel ben ik aan de slag gegaan met perspectief. Takjes, water en bomen waren de inspiratiebronnen voor deze werkstukken en sommigen op groot vermaat van 1 bij 2 meter.
Roel zorgde ervoor dat ik een vorm zocht in water en dat je de natuur op verschillende manieren kan weergeven.
Vrije keuze opdracht "Urn"
Waarom een urn zul je je afvragen? Mijn schoonvader is terminaal en in overleg met mijn schoonouders heb ik een urn gemaakt.
Boetseren heb ik in het eerste halfjaar gehad en ik wilde me erin verdiepen. Naast boetseren heb ik ontwerpen gemaakt aan de hand van verschillende voorbeelden en met egobe (kleurpoeder met kleipoeder) gewerkt. Na het kleuren werd de urn blank geglazuurd.
De urn is opgebouwd uit ringen van klei die door een soort spagetti automaat ging. Op die manier kreeg je soort slang waarmee ik de ringen kon realiseren. Na een paar ringen aan de buitenkant afgewerkt te hebben werkte ik de binnenkant ook meteen af. Op deze manier moest ik het opbouwen want anders kun je er niet meer bij. Een kelkvorm op voet met een huismus erop. Dit zijn elementen die pa en ma zelf aangaven. Waar ik ook op moest letten was de grootte van de urn. Diameter 20cm en de hoogte is ongeveer 35 cm.
De kleur vind ik niet goed, donkerder uitgevallen. Ja, klopt ik had eerst proefjes moeten maken van deze kleuren! Eerlijk gezegt was ik er zo lang mee bezig en het einde van het schooljaar was inzicht waardoor ik de gok genomen had. Volgende keer ga ik echt egobe proefjes+glazuur maken.
Lessen van Rinke
Het vierde kwartaal heb ik les gehad van Rinke. Ik vind Rinke een fijne docent die je vrijlaat om jezelf te ontwikkelen. Na een aantal lessen van vorm tekenen heb ik voor het eerst naaktportretten gemaakt. Ik heb moeite met de vorm. Dat komt denk ik doordat ik een beetje verwend ben met een projector. Ik heb een aantal jaren muurschilderingen gemaakt en met een projector gewerkt.
In de laatste lessen heb ik zelf een doek leren spannen en als eindopdracht mocht je een meesterwerk maken. De foto's geven je een kleine impressie van de lessen.
woensdag 14 juli 2010
Habitat
Dit zijn een aantal proefjes die ik gemaakt heb na een proces van ideeën die ik heb opgedaan naar aanleiding van de wandeling in Meinderswijk.
Wat facineerde me in de natuur? Reflectie van water en op het water, de wind (waardoor vormen veranderen, pluimen bijvoorbeeld in het riet; het dijnen ervan). Ik ben graag in de natuur. Het biedt me rust en ik doe erveel inspiratie van op. Ik vind het ook heerlijk om de natuur te beleven. Hoe bedoel je? Nou bijv. dmv je zintuigen. Ruik de natuur na een regenbui, Zie de seizoenen, voel het zand tussen je tenen, hoor de verschillende vogels en proef de kastanjes.
De wandeling diende als inspiratiebron voor de opdracht om een leefomgeving te maken voor een beest(je) of een fictief beest met zijn fictieve leefomgeving.
Ik heb foto's en schetsen gemaakt. In de mediatheek had ik een boek gevonden van theo Jansen, strandbeesten. Beesten voor op het strand, megagroot en kunnen zich voortbewegen middels de wind. Ik vind het geniaal. Goede en stevige constructie in combinatie met luchtig materiaal.
Mijn idee
Na een aantal verschillende concepten ben ik met kikkerdril aan de slag gegaan.
Materiaal; Papier Marchee (goedkoop, licht en makkelijk bewerkbaar)
Verder heb ik muurverf gebruikt om de kranten van de papier marchee wit te schilderen en vervolgens heb ik parelmoer lak gebruikt voor de afwerking. Parelmoer heb ik gebruikt om de transformatie aan te geven van kikkerdril naar kikkervis. Een kameleon verandert zich naar zijn omgeving, een rups verandert in een vlinder etc. Dit fascineerde me toen ik er over nadacht hoe dieren leven en gevormd worden.
De onderkant van mijn sculptuur was plat en daar wilde ik verandering in brengen. Het golven van het water heb ik daarvoor gebruikt. Mijn habitat werd zo luchtiger en spannender om er naar te kijken. Wanneer je er tegen aan kijkt zie je bollen aan de binnenkant hangen om ook de bnnenkant erbij te betrekken. Een habitatflat van bollen geinspireerd op kikkerdril.
Ik ben tevreden over het resultaat.
Montage opdracht
Dit was de laatste opdracht van het jaar. Ik heb er veel van geleerd. We hebben een paar keer geoefend met fotoshop maar nu moesten we er echt iets mee doen. Na wat uitleg en een aantal criteria punten ben ik aan de slag gegaan.
- Een spannende setting
- Minimaal 4 keer op de foto staan (het liefst in verschillende types)
- Overlapping
- Interactie
- Lettend op alle facetten van de fotografie (belichting, wit-balans, scherp etc.)
De eerste shoot was niet scherp, dus opnieuw. Als voordeel dat de garage mooi opgeruimd is. Een ander voordeel was dat de tweede shoot veel sneller verliep. Het idee kwam voor mijn gevoel beter uit de verf. Ik heb met veel plezier aan deze opdracht gewerkt en het triggert me om hier mee verder te gaan. Met de vakantie voor de deur kan ik thuis meer oefenen.
Ik ben tevreden over het resultaat.
woensdag 9 juni 2010
Vrije keuze opdracht Rinke
Muurschildering
Een landschap van Mook in een café “De Pimpel” in Mook
De personen die me gevraagd hebben om hier een muurschildering te maken wilde een aantal zaken erop hebben staan. Op een Zaterdag avond ben ik na mijn werk naar hun thuis geweest. Daar hebben we doorgesproken wat hun idee is en wat mijn aanvullingen hierin zijn.
Ik heb vervolgens een schets gemaakt en met de desbetreffende personen overleg gehad. Ik heb een aantal foto’s gebruikt als houvast en als inspiratiebron voor de muurschildering.
De schets vinden ze prima. In de Meivakantie ben ik daar 3,5 dag geweest.
Het Café is een echt dorpscafé in een kelder. Enkele “gezichten”van Mook zijn te zien en te vinden in de muurschildering. Voorbeelden zijn; de kerk aan de kade en de Mookerheide met het bekende uitzicht met het bankje.
Op de volgende aspecten heb ik gelet; In de lucht heb ik gebruik gemaakt van atmosferisch perspectief. Op deze manier krijg je meer diepte. Het perspectief in de muurschildering heb ik gesuggereerd door donker en lichtcontrasten. De beelden vooraan zijn groot en naar de achtergrond toe kleiner. De achtergrond, nu ik foto’s terug kijk, mochten iets vager zijn naar mijn idee. Het water op de voorgrond had ik ook meer kunnen uitwerken. (Ik had er persoonlijk nog wel dagen aan kunnen zitten.) Ik ben ook een keer ’s avonds geen kijken wanneer de sfeerverlichting aan is. De kleuren komen nog beter over.
De personen die me gevraagd hebben om hier een muurschildering te maken wilde een aantal zaken erop hebben staan. Op een Zaterdag avond ben ik na mijn werk naar hun thuis geweest. Daar hebben we doorgesproken wat hun idee is en wat mijn aanvullingen hierin zijn.
Ik heb vervolgens een schets gemaakt en met de desbetreffende personen overleg gehad. Ik heb een aantal foto’s gebruikt als houvast en als inspiratiebron voor de muurschildering.
De schets vinden ze prima. In de Meivakantie ben ik daar 3,5 dag geweest.
Het Café is een echt dorpscafé in een kelder. Enkele “gezichten”van Mook zijn te zien en te vinden in de muurschildering. Voorbeelden zijn; de kerk aan de kade en de Mookerheide met het bekende uitzicht met het bankje.
Op de volgende aspecten heb ik gelet; In de lucht heb ik gebruik gemaakt van atmosferisch perspectief. Op deze manier krijg je meer diepte. Het perspectief in de muurschildering heb ik gesuggereerd door donker en lichtcontrasten. De beelden vooraan zijn groot en naar de achtergrond toe kleiner. De achtergrond, nu ik foto’s terug kijk, mochten iets vager zijn naar mijn idee. Het water op de voorgrond had ik ook meer kunnen uitwerken. (Ik had er persoonlijk nog wel dagen aan kunnen zitten.) Ik ben ook een keer ’s avonds geen kijken wanneer de sfeerverlichting aan is. De kleuren komen nog beter over.
Ik ben tevreden over het resultaat.
Reflectie stage Apeldoorn
Reflectie
Workshops Basisscholen in Apeldoorn
Na de kennismaking op 15 April gingen we aan de slag met de workshops geven op Basisscholen De schakel op 2 locaties in Apeldoorn.
Lisanne, Nienke (s’ochtends) en ik hadden een workshop bedacht om fantasiebeesten te maken van kosteloos materiaal. De kinderen werkten in groepjes aan hun fantasiebeest. We hebben het proces vooropgesteld. Eerst inspireren en de opdracht inleiden. Daarna een ontwerp maken, het maken, afwerken en in de laatste les de beesten beschouwen en evalueren.
Na elke les hebben we met onze begeleiders de les besproken.
Wat vonden ze goed gaan?
Dianne en Saskia vonden dat we met z’n drieën en tweeën goed konden samenwerken. Het idee om met kosteloos materiaal te werken viel meteen in de smaak. De kinderen waren elke les enthousiast en geconcentreerd bezig. Daaraan konden hun zien dat de kinderen het erg leuk vonden. De uitleg en de structuur van de lessen waren ze erg tevreden over. De opdracht vonden ze goed uitgewerkt omdat eigenlijk verschillende talenten aan bod kwamen. Tekenen, construeren, spuiten van de beesten, samenwerken en het schrijven van een verhaaltje.
Wat ging minder of beter gezegd waar moet ik nog aan werken?
Wanneer ik de kinderen iets vraag moet ik gerichte vragen stellen. Bijv. Wie weet wat het betekend? Op het einde van de les gingen we opruimen. Het opruimen moet ook goed georganiseerd worden. Geef kinderen een taak of gerichte opdrachten. Bijv. Scharen daar etc. Af en toe hadden kinderen het wel gezien of ze hadden geen zin met als gevolg “zwervende kids”. Deze kinderen op tijd aansturen.
Wat vond ik van de workshops
Kinderen zijn nog zo vrij, fantasierijk en heerlijk enthousiast. Ze kijken tegen me op en willen goed hun best doen. Regelmatig heb ik ze geholpen en dingen uitgelegd. Ik vond deze kleine stage erg leuk om te doen. Ik denk prettiger dan op het middelbaar onderwijs. In de klas verliep het over het algemeen goed, gezellig en soms wat chaotisch. De samenwerking met Lisanne en Nienke liep gesmeerd. We wisten wat we aan elkaar hadden. We geven de les ieder op haar eigen manier. Lisanne is de enthousiasteling, Nienke is de rustige en ik zit er tussen in. Ik vind dat we een goed trio vormen en dat was ook te merken in de klas. We vulden elkaar aan op de momenten wanneer nodig was. Ik merk aan mezelf dat ik veel minder zenuwachtig was dan op de stage in Venray. Wat ik geleerd heb van deze stage is dat je kinderen duidelijke instructies en structuur moet bieden. De opdracht zoals deze ging prima omdat het zo veelzijdig was en ik denk dat dat ook een belangrijk gegeven is.
De afstand vond ik een minpunt. Een aantal mensen waaronder ik waren langer onderweg dan dat we daadwerkelijk daar waren.
Hopelijk kan ik in de toekomst meer workshops gaan geven, vooral op basisscholen omdat daar weinig aan kunst en cultuur word gedaan door het beperkte budget. Erg jammer want in mijn ogen moet je kinderen juist bewust maken van kunst. Kinderen hebben een andere kijk en veel fantasie wat zo mooi is en ontwikkeld kan worden vanaf hun jonge leeftijd.
De tentoonstelling als afsluiting vonden de kinderen erg leuk. Ze hebben meegeholpen hun fantasiebeest een plaats te geven en het verhaaltje werd er nauwkeurig bijgezet. Ze waren trots op hun kunstwerk.
De workshop is zeker voor herhaling vatbaar!
Workshops Basisscholen in Apeldoorn
Na de kennismaking op 15 April gingen we aan de slag met de workshops geven op Basisscholen De schakel op 2 locaties in Apeldoorn.
Lisanne, Nienke (s’ochtends) en ik hadden een workshop bedacht om fantasiebeesten te maken van kosteloos materiaal. De kinderen werkten in groepjes aan hun fantasiebeest. We hebben het proces vooropgesteld. Eerst inspireren en de opdracht inleiden. Daarna een ontwerp maken, het maken, afwerken en in de laatste les de beesten beschouwen en evalueren.
Na elke les hebben we met onze begeleiders de les besproken.
Wat vonden ze goed gaan?
Dianne en Saskia vonden dat we met z’n drieën en tweeën goed konden samenwerken. Het idee om met kosteloos materiaal te werken viel meteen in de smaak. De kinderen waren elke les enthousiast en geconcentreerd bezig. Daaraan konden hun zien dat de kinderen het erg leuk vonden. De uitleg en de structuur van de lessen waren ze erg tevreden over. De opdracht vonden ze goed uitgewerkt omdat eigenlijk verschillende talenten aan bod kwamen. Tekenen, construeren, spuiten van de beesten, samenwerken en het schrijven van een verhaaltje.
Wat ging minder of beter gezegd waar moet ik nog aan werken?
Wanneer ik de kinderen iets vraag moet ik gerichte vragen stellen. Bijv. Wie weet wat het betekend? Op het einde van de les gingen we opruimen. Het opruimen moet ook goed georganiseerd worden. Geef kinderen een taak of gerichte opdrachten. Bijv. Scharen daar etc. Af en toe hadden kinderen het wel gezien of ze hadden geen zin met als gevolg “zwervende kids”. Deze kinderen op tijd aansturen.
Wat vond ik van de workshops
Kinderen zijn nog zo vrij, fantasierijk en heerlijk enthousiast. Ze kijken tegen me op en willen goed hun best doen. Regelmatig heb ik ze geholpen en dingen uitgelegd. Ik vond deze kleine stage erg leuk om te doen. Ik denk prettiger dan op het middelbaar onderwijs. In de klas verliep het over het algemeen goed, gezellig en soms wat chaotisch. De samenwerking met Lisanne en Nienke liep gesmeerd. We wisten wat we aan elkaar hadden. We geven de les ieder op haar eigen manier. Lisanne is de enthousiasteling, Nienke is de rustige en ik zit er tussen in. Ik vind dat we een goed trio vormen en dat was ook te merken in de klas. We vulden elkaar aan op de momenten wanneer nodig was. Ik merk aan mezelf dat ik veel minder zenuwachtig was dan op de stage in Venray. Wat ik geleerd heb van deze stage is dat je kinderen duidelijke instructies en structuur moet bieden. De opdracht zoals deze ging prima omdat het zo veelzijdig was en ik denk dat dat ook een belangrijk gegeven is.
De afstand vond ik een minpunt. Een aantal mensen waaronder ik waren langer onderweg dan dat we daadwerkelijk daar waren.
Hopelijk kan ik in de toekomst meer workshops gaan geven, vooral op basisscholen omdat daar weinig aan kunst en cultuur word gedaan door het beperkte budget. Erg jammer want in mijn ogen moet je kinderen juist bewust maken van kunst. Kinderen hebben een andere kijk en veel fantasie wat zo mooi is en ontwikkeld kan worden vanaf hun jonge leeftijd.
De tentoonstelling als afsluiting vonden de kinderen erg leuk. Ze hebben meegeholpen hun fantasiebeest een plaats te geven en het verhaaltje werd er nauwkeurig bijgezet. Ze waren trots op hun kunstwerk.
De workshop is zeker voor herhaling vatbaar!
maandag 7 juni 2010
Vrijekeuze opdracht ring smeden
Reflectie
Vak; 3D Beeldende kunst met als doel verdieping in het materiaal.
Na een museumbezoek, gallerie Marzee in Nijmegen en plaatjes zoeken op internet heb ik een ontwerp gemaakt. De ring moest voldoen aan de draagbaarheid. De ring heb ik gemaakt van zilver. Ik heb leren solderen, slijpen, afwerken en de eigenschappen van zilver. Ik heb bijvoorbeeld verschllende proefjes gedaan met Zilver. Hoe reageerd vloeibaar zilver in kikkererwten of in water?
De ring wilde ik lekker voor mezelf maken. Ik vind edelsmeden interessant omdat het klein en geconcentreerd werk is. Dat precieze werken vind ik ontspannend. Ik mocht vanaf het begin zelf aan de slag gaan. In het proces leerde hij me wat de volgende stap is. Na een voorbeeld of oefening mocht ik zelf weer verder werken. Ik merkte ook dat m’n ontwerp (inspiratie van de mosselschelp) tijdens het proces werd aangepast of bijgesteld. Door de dingen die ik geleerd heb op de academie had ik helder waaraan ik begon. Inspiratie, ontwerp en uitvoeren. Ik heb een paar kleine tegenslagen gehad die ik zelf kon oplossen. Zoals een plaatje wat los geraakt was door het rond maken van de ring en door het schuren aan de binnenkant werd de ring te groot. Dat vind ik prettig wanneer ik de techniek beheers om zelf verder te kunnen. Deze cursus was zeker de moeite waard voor mij. Ik heb iets moois gemaakt voor mezelf en edelsmeden is voor herhaling vatbaar!
Reflectie verslag over de presentaties Juni '10
Presentatie
Eva Vermeulen, DBKV 1B
1. Beginsituatie toen ik met mijn studie begon en mijn situatie nu, na het eerste jaar.
De thuissituatie is veranderd doordat ik naar school ben gegaan. Ik heb 3 maanden moeten zoeken naar een structuur. Het begin was spannend en nieuw. Ik heb het afgelopen jaar een spons gevoeld. Ik heb veel info opgenomen en ik bemerk dat ik er ook iets mee gedaan heb. Tot nu toe heb ik alles gehaald en hopelijk ben ik 25 Juni klaar met het eerste jaar.
2. Wat heb ik geleerd, wat niet?
Ik heb geleerd om kritisch naar mezelf te kijken. Veel reflecteren en evalueren op je werk. Door met medestudenten over school te praten word ik op anderen inzichten gebracht. Elkaars werk te zien ontwikkelen vind ik een mooi gegeven. Wat ik ook geleerd heb, eigenlijk heel veel, is vakjargon. In proces werken waardoor ik door te doen ipv denken eerder tot een idee/ ontwerp kom! Tijdens het proces moet je bijvoorbeeld je ontwerpen of uitvoering weleens bijstellen. Dat komt vooral door nieuwe of andere inzichten die ik opdoe.
3. Wat bleken/blijken mijn sterke en welke mijn zwakke kanten?
Ik ben een gemotiveerd persoon die leergierig en energiek is. Ik kan goed plannen en samenwerken. Ik ben een sociaal persoon die graag met mensen omgaat. Een zwakke kant is dat ik soms teveel wil dus beter en op tijd mijn grenzen moet aangeven.
4. Wat wil ik nog leren, waarin wil ik me verder in ontwikkelen?
Zo en zo wil ik zekerder worden voor de klas. Zodat mijn structuur ook helder is voor mezelf en niet te snel wil omdat ik dan ga ratelen. Verder ontwikkelen, ik vind alle vakken interessant. Als voorkeur zou ik meer willen leren over materiaal zoals in het vak 3D. Tekenen en schilderen zijn mijn favoriete vakken waar ik me beslist verder in wil ontwikkelen. Ik ben voor mezelf opzoek naar het vak(gebied) wat mij het meest lig. Daarnaast groeien in het inhoudelijke op elk vakgebied.
5. Waar heb ik mijn kansen gezien, genomen of laten liggen?
Tijdens elke opdracht heb ik mijn best gedaan. Experimenteren was weinig tijd voor, dat zou dan een kans zijn die ik heb laten liggen of beter gezegd meer uit had kunnen halen. Kansen gezien zoals de vrije keuze opdrachten. Ik heb een eigen zilveren ring gemaakt tijdens een vrije keuze. Iets wat ik al langer wilde proberen.
Ik ben tevreden over het resultaat waar elke dag tegenaan kijk.
6. Verwachtingen waargemaakt of teleurgesteld?
Ik heb voor mezelf de goede keuze gemaakt om deze opleiding te gaan doen. Het is zwaar, veel en erg leuk door zijn veelzijdigheid. Er zit ook een keerzijde aan, weinig tijd om bepaalde zaken te kunnen uitdiepen. Als voorbeeld, verslagen, onderzoek of werkstukken maken.
7. Acht ik me al competent in zake…. Of juist nog niet competent inzake…?
De 7 competenties:1. Een leraar die Interpersoonlijk competent is zorgt ervoor dat er in de klas of lessen 'n goede sfeer van omgaan en samenwerken met zijn leerlingen heerst.Daarnaast zou ik proberen discussie of meningsverschillen te bespreken om de goede sfeer te waarborgen. Communiceren is daarom erg belangrijk. Ik ben zelf een open persoon met een open houding. Ik denk dat omgaan met leerlingen mij goed zal afgaan. ( Ik heb ongeveer 5 jaar leiding gegeven bij scouting, verkenners, jongens van 10-14 jaar )Ongeveer 5 jaar leef ik in een gezin met 2 opgroeiende meiden. Als ik terug kijk, bemerk ik veel geleerd te hebben van het omgaan met kinderen. Zoals geduld hebben, dingen uitleggen en kinderen zijn nu eenmaal kinderen in hun wereld. Psychologie geeft me meer inzicht in de fases die de kinderen doormaken. Op deze manier is hun gedrag te herleiden.
2. Een Pedagogische competent; Zorgt voor een veilige leeromgeving in z'n klas of lessen. Hij/zij bevordert de sociale-/ emotionele en morele ontwikkeling van de leerlingen. Hij helpt hen een zelfstandig en verantwoordelijk persoon te worden.De leerlingen zou ik bijv. wijzen op hun eigen verantwoordelijkheden; Op tijd komen, huiswerk afhebben etc. Ik zou denk ik een lerares zijn die zich goed zou kunnen verplaatsen in de leerlingen met hun situaties. Stel dat een leerling ergens mee loopt of ik zie dat er iets speelt, zal ik 't proberen aan te kaarten als dat in de mogelijkheden ligt. Ik voel me verantwoordelijk en betrokken bij de leerlingen. Lijkt me motiverend om te zien als de leerlingen groeien in hun ontwikkeling. Talenten die ontdekt worden. Les geven aan een puberdoelgroep zal niet altijd vlekkeloos verlopen. Ik ben benieuwd hoe ik daar mee om zal gaan. Als hun in een goed vel zitten dan heb ik dat ook. Dat komt de werksfeer alleen maar ten goede.
3. Een leraar die Vakinhoudelijk en didactisch competent is, zorgt voor een krachtige leeromgeving in z'n klas of lessen. Hij helpt de leerlingen om de stof eigen te maken.Als ik hopelijk en waar ik ook voor ga, over 4 jaar voor de klas sta, 't vakinhoudelijke goed kan overbrengen. In de stage ga ik daar kennis mee maken. Ik zou de stof wel op een leuke manier willen overbrengen zodat het voor de leerlingen interessant blijft. Dit competent beheers ik het minst voor mijn gevoel. De aankomende jaren ga ik daar zeker in groeien. Waar ik ook in moet ontwikkelen is dat ik straks werkelijk voor de klas sta wat ik toch spannend vind.
4. Een leraar die Organisatorisch competent is zorgt voor een overzichtelijke, ordelijke, taakgerichte sfeer in de klas of lessen.Het is in mijn eigen belang om te weten wat ik wil overbrengen ook vertel, met bv. 'n pagina met notities. Ik weet van mezelf dat ik van de hak op de tak kan springen of bijzaken niet kan onderscheiden van de hoofdzaken. Dit is een competentie waar ik persoonlijk op bedacht moet zijn.Voor de leerlingen en mezelf vindt ik 't belangrijk om orde en overzicht te houden. Organiseren opzich vind ik erg leuk om te doen. Jaren gedaan bij de scouting als leiding.5. Een leraar die competent is in 't samenwerken met collega's zorgt ervoor dat z'n werk en dat van je collega's op school goed op elkaar afgestemd is;De afgelopen 8 jaar heb ik gewerkt in de detailhandel. Hier heb ik veel moeten samenwerken. Als leiding van een scouting groep heb je veel te maken met vergaderen en activiteiten. In deze competentie verwacht ik geen problemen. Wanneer ik samenwerken bekijk op school, in een subgroep of klas loop ik geregeld tegen dingen aan. Zoals, communicatie, laksheid of onenigheid wat wel opgelost word maar wel vervelend is.
6. Een leraar die competent is in 't samenwerken met de omgeving, zorgt ervoor dat zijn professionele handelen en dat van anderen buiten school, goed op elkaar afgestemd is.
Samenwerken vindt ik geen probleem; Het zal in de toekomst duidelijker worden d.m.v. de stages.
7. Een leraar die competent is in reflectie en ontwikkeling, denkt na over zijn beroepsopvattingen en bekwaamheid en is voortdurend bezig zich verder te ontwikkelen en te professionaliseren.Nu al vindt ik 't allemaal interessant. Ik moet me nu focussen op 't feit dat ik straks ga lesgeven. Dus over veel kennis beschikken. Ik merk dat je in elk vak moet reflecteren. Op deze manier ben ik bewust van de dingen die ik doe. Belangrijk is ook om er constant mee bezig te zijn. Het vak moet me eigen worden. Ik bemerk dat ik vaker naar een museum of tentoonstelling moet gaan om mezelf beter te ontwikkelen.
Sommige competenties kon ik nog niet helemaal op mezelf betrekken omdat ik nog te weinig ervaring heb op het gebied van leraar zijn. Het vakinhoudelijke ga ik in de aankomende 3 jaar leren (en nog velen jaren erna). Ben van mening dat stage lopen erg belangrijk is voor je persoonlijke ontwikkeling in de competenties.
Reflectie over de ouderavond en presentaties
Druk, indrukwekkend en gezellig. Daarnaast leerzaam om je klasgenoten te horen spreken over de vakken en hun werk en het werk van anderen. Ik bemerk dat mijn klasgenoten en ik ontzettend zijn gegroeid in het eerste jaar. Als ik voor mezelf spreek ben ik meer ontwikkeld, met andere woorden kennis over dingen benoemen met vakjargon. Zoals perspectief, kleurgebruik en inhoud benoemen. Wat ik in het begin niet zo goed wist was wat me te wachten stond. Binnen een aantal uren was de tentoonstelling opgebouwd en er werden boodschappen gehaald voor de avond. Als punt; corvee beter regelen, communicatie van de beide klassen.
De reacties van de mensen die zijn geweest, waren positief. Ze waren enthousiast over de avond. Ze gaven aan het leuk en interessant te vinden wat we leren en doen op de academie. Een ander positief punt is dat de docenten op een gelijkwaardige voet staan met de studenten.
Eva Vermeulen, DBKV 1B
1. Beginsituatie toen ik met mijn studie begon en mijn situatie nu, na het eerste jaar.
De thuissituatie is veranderd doordat ik naar school ben gegaan. Ik heb 3 maanden moeten zoeken naar een structuur. Het begin was spannend en nieuw. Ik heb het afgelopen jaar een spons gevoeld. Ik heb veel info opgenomen en ik bemerk dat ik er ook iets mee gedaan heb. Tot nu toe heb ik alles gehaald en hopelijk ben ik 25 Juni klaar met het eerste jaar.
2. Wat heb ik geleerd, wat niet?
Ik heb geleerd om kritisch naar mezelf te kijken. Veel reflecteren en evalueren op je werk. Door met medestudenten over school te praten word ik op anderen inzichten gebracht. Elkaars werk te zien ontwikkelen vind ik een mooi gegeven. Wat ik ook geleerd heb, eigenlijk heel veel, is vakjargon. In proces werken waardoor ik door te doen ipv denken eerder tot een idee/ ontwerp kom! Tijdens het proces moet je bijvoorbeeld je ontwerpen of uitvoering weleens bijstellen. Dat komt vooral door nieuwe of andere inzichten die ik opdoe.
3. Wat bleken/blijken mijn sterke en welke mijn zwakke kanten?
Ik ben een gemotiveerd persoon die leergierig en energiek is. Ik kan goed plannen en samenwerken. Ik ben een sociaal persoon die graag met mensen omgaat. Een zwakke kant is dat ik soms teveel wil dus beter en op tijd mijn grenzen moet aangeven.
4. Wat wil ik nog leren, waarin wil ik me verder in ontwikkelen?
Zo en zo wil ik zekerder worden voor de klas. Zodat mijn structuur ook helder is voor mezelf en niet te snel wil omdat ik dan ga ratelen. Verder ontwikkelen, ik vind alle vakken interessant. Als voorkeur zou ik meer willen leren over materiaal zoals in het vak 3D. Tekenen en schilderen zijn mijn favoriete vakken waar ik me beslist verder in wil ontwikkelen. Ik ben voor mezelf opzoek naar het vak(gebied) wat mij het meest lig. Daarnaast groeien in het inhoudelijke op elk vakgebied.
5. Waar heb ik mijn kansen gezien, genomen of laten liggen?
Tijdens elke opdracht heb ik mijn best gedaan. Experimenteren was weinig tijd voor, dat zou dan een kans zijn die ik heb laten liggen of beter gezegd meer uit had kunnen halen. Kansen gezien zoals de vrije keuze opdrachten. Ik heb een eigen zilveren ring gemaakt tijdens een vrije keuze. Iets wat ik al langer wilde proberen.
Ik ben tevreden over het resultaat waar elke dag tegenaan kijk.
6. Verwachtingen waargemaakt of teleurgesteld?
Ik heb voor mezelf de goede keuze gemaakt om deze opleiding te gaan doen. Het is zwaar, veel en erg leuk door zijn veelzijdigheid. Er zit ook een keerzijde aan, weinig tijd om bepaalde zaken te kunnen uitdiepen. Als voorbeeld, verslagen, onderzoek of werkstukken maken.
7. Acht ik me al competent in zake…. Of juist nog niet competent inzake…?
De 7 competenties:1. Een leraar die Interpersoonlijk competent is zorgt ervoor dat er in de klas of lessen 'n goede sfeer van omgaan en samenwerken met zijn leerlingen heerst.Daarnaast zou ik proberen discussie of meningsverschillen te bespreken om de goede sfeer te waarborgen. Communiceren is daarom erg belangrijk. Ik ben zelf een open persoon met een open houding. Ik denk dat omgaan met leerlingen mij goed zal afgaan. ( Ik heb ongeveer 5 jaar leiding gegeven bij scouting, verkenners, jongens van 10-14 jaar )Ongeveer 5 jaar leef ik in een gezin met 2 opgroeiende meiden. Als ik terug kijk, bemerk ik veel geleerd te hebben van het omgaan met kinderen. Zoals geduld hebben, dingen uitleggen en kinderen zijn nu eenmaal kinderen in hun wereld. Psychologie geeft me meer inzicht in de fases die de kinderen doormaken. Op deze manier is hun gedrag te herleiden.
2. Een Pedagogische competent; Zorgt voor een veilige leeromgeving in z'n klas of lessen. Hij/zij bevordert de sociale-/ emotionele en morele ontwikkeling van de leerlingen. Hij helpt hen een zelfstandig en verantwoordelijk persoon te worden.De leerlingen zou ik bijv. wijzen op hun eigen verantwoordelijkheden; Op tijd komen, huiswerk afhebben etc. Ik zou denk ik een lerares zijn die zich goed zou kunnen verplaatsen in de leerlingen met hun situaties. Stel dat een leerling ergens mee loopt of ik zie dat er iets speelt, zal ik 't proberen aan te kaarten als dat in de mogelijkheden ligt. Ik voel me verantwoordelijk en betrokken bij de leerlingen. Lijkt me motiverend om te zien als de leerlingen groeien in hun ontwikkeling. Talenten die ontdekt worden. Les geven aan een puberdoelgroep zal niet altijd vlekkeloos verlopen. Ik ben benieuwd hoe ik daar mee om zal gaan. Als hun in een goed vel zitten dan heb ik dat ook. Dat komt de werksfeer alleen maar ten goede.
3. Een leraar die Vakinhoudelijk en didactisch competent is, zorgt voor een krachtige leeromgeving in z'n klas of lessen. Hij helpt de leerlingen om de stof eigen te maken.Als ik hopelijk en waar ik ook voor ga, over 4 jaar voor de klas sta, 't vakinhoudelijke goed kan overbrengen. In de stage ga ik daar kennis mee maken. Ik zou de stof wel op een leuke manier willen overbrengen zodat het voor de leerlingen interessant blijft. Dit competent beheers ik het minst voor mijn gevoel. De aankomende jaren ga ik daar zeker in groeien. Waar ik ook in moet ontwikkelen is dat ik straks werkelijk voor de klas sta wat ik toch spannend vind.
4. Een leraar die Organisatorisch competent is zorgt voor een overzichtelijke, ordelijke, taakgerichte sfeer in de klas of lessen.Het is in mijn eigen belang om te weten wat ik wil overbrengen ook vertel, met bv. 'n pagina met notities. Ik weet van mezelf dat ik van de hak op de tak kan springen of bijzaken niet kan onderscheiden van de hoofdzaken. Dit is een competentie waar ik persoonlijk op bedacht moet zijn.Voor de leerlingen en mezelf vindt ik 't belangrijk om orde en overzicht te houden. Organiseren opzich vind ik erg leuk om te doen. Jaren gedaan bij de scouting als leiding.5. Een leraar die competent is in 't samenwerken met collega's zorgt ervoor dat z'n werk en dat van je collega's op school goed op elkaar afgestemd is;De afgelopen 8 jaar heb ik gewerkt in de detailhandel. Hier heb ik veel moeten samenwerken. Als leiding van een scouting groep heb je veel te maken met vergaderen en activiteiten. In deze competentie verwacht ik geen problemen. Wanneer ik samenwerken bekijk op school, in een subgroep of klas loop ik geregeld tegen dingen aan. Zoals, communicatie, laksheid of onenigheid wat wel opgelost word maar wel vervelend is.
6. Een leraar die competent is in 't samenwerken met de omgeving, zorgt ervoor dat zijn professionele handelen en dat van anderen buiten school, goed op elkaar afgestemd is.
Samenwerken vindt ik geen probleem; Het zal in de toekomst duidelijker worden d.m.v. de stages.
7. Een leraar die competent is in reflectie en ontwikkeling, denkt na over zijn beroepsopvattingen en bekwaamheid en is voortdurend bezig zich verder te ontwikkelen en te professionaliseren.Nu al vindt ik 't allemaal interessant. Ik moet me nu focussen op 't feit dat ik straks ga lesgeven. Dus over veel kennis beschikken. Ik merk dat je in elk vak moet reflecteren. Op deze manier ben ik bewust van de dingen die ik doe. Belangrijk is ook om er constant mee bezig te zijn. Het vak moet me eigen worden. Ik bemerk dat ik vaker naar een museum of tentoonstelling moet gaan om mezelf beter te ontwikkelen.
Sommige competenties kon ik nog niet helemaal op mezelf betrekken omdat ik nog te weinig ervaring heb op het gebied van leraar zijn. Het vakinhoudelijke ga ik in de aankomende 3 jaar leren (en nog velen jaren erna). Ben van mening dat stage lopen erg belangrijk is voor je persoonlijke ontwikkeling in de competenties.
Reflectie over de ouderavond en presentaties
Druk, indrukwekkend en gezellig. Daarnaast leerzaam om je klasgenoten te horen spreken over de vakken en hun werk en het werk van anderen. Ik bemerk dat mijn klasgenoten en ik ontzettend zijn gegroeid in het eerste jaar. Als ik voor mezelf spreek ben ik meer ontwikkeld, met andere woorden kennis over dingen benoemen met vakjargon. Zoals perspectief, kleurgebruik en inhoud benoemen. Wat ik in het begin niet zo goed wist was wat me te wachten stond. Binnen een aantal uren was de tentoonstelling opgebouwd en er werden boodschappen gehaald voor de avond. Als punt; corvee beter regelen, communicatie van de beide klassen.
De reacties van de mensen die zijn geweest, waren positief. Ze waren enthousiast over de avond. Ze gaven aan het leuk en interessant te vinden wat we leren en doen op de academie. Een ander positief punt is dat de docenten op een gelijkwaardige voet staan met de studenten.
woensdag 21 april 2010
Evaluatie Project fotografie
Vorige week hebben we klassikaal geevalueerd over het project fotografie. In de gang van fotografie hebben we geexposseerd. Ik heb 3 foto's geselecteerd uit 10 fotosessies. Dat vind ik eigenlijk nog het moeilijks van het project.
Nu ik verschillende foto's zag hangen begreep ik meer over de inhoud en dynamiek wat een foto moet bevatten. Ik merk dat ik te oppervlakkig ben geweest. Wat ik bedoel is dat ik meer uit de camera moet leren halen en begrijpen over hoe het technisch werk in elkaar zit. Ik geloof dat ik het beter kan en wil me in het fotograferen ontwikkelen.
De foto's die ik heb uitgekozen zijn zeker niet de beste. Welke zijn de goede? Ik heb mijn onderwerp "bescherming" toch als leidraad gebruikt in mijn geselecteerde foto's. Deze 3 vond ik als verhaal goed bij elkaar passen. Misschien lag het er te dik bovenop? De eerste laat me een vrouw zien die het moeilijk heeft, iets heeft meegemaakt. De tweede foto; Ze geeft zich bloot en zoekt "bescherming" in het geloof of juist het geloven in jezelf. De laatste foto verteld dat ze het licht ziet, een uitweg of een nieuw begin.
Ik vind fotograferen interessant en moeilijk. Ik moet meer proberen en oefenen waardoor ik de volgende keer tevreden kan zijn over mijn resultaat.
maandag 1 februari 2010
Kunstgeschiedenis, Iconografie
Diepere betekenis van De val van Faëton
In de oudheid konden mensen nog niet lezen of schrijven waardoor men verhalen moest aflezen op schilderijen. De Griekse mythologie is letterlijk de kennis van de Griekse mythen en sagen. Dit zijn verhalen over goden, halfgoden en de interactie tussen goden en mensen. De mythologie geeft verklaringen voor het ontstaan van de wereld, de hemellichamen, de mensen, de goden, het kwaad en ziekten, natuurverschijnselen en de oerelementen aarde, water, vuur en lucht. Ze vormde de basis van het geloven en denken van de oude Grieken.
De val van Faëton heeft dus een achterliggende gedachte op basis van mijn gevonden informatie via verschillende bronnen. Het verhaal heeft een moraal; Belofte maakt schuld. Helios beloofde Faëthon een wens en moest deze dus nakomen, ook al was het een domme wens, die wel fout moest gaan. Doe geen dingen die je niet kunt, Faëton was overmoedig en moest boeten voor zijn stommiteit. De symbolen in het verhaal komen voor om mensen duidelijkheid te verschaffen over betekenis die ermee wordt uitgedrukt. Een symbool is een betekenisdrager; het heeft enerzijds een vorm of representatie, en anderzijds een betekenis.
In ons dagelijks leven komen symbolen op allerlei plaatsen terug. Ze bepalen ons straatbeeld met vlaggen, handelsmerken, logo’s en reclameborden. In het verkeer komen we talloze afbeeldingen tegen die ons vertellen wat we wel of niet mogen doen of die ons waarschuwen voor gevaarlijke situaties. Het woord ‘symbool’ heeft zijn oorsprong in het Griekse zelfstandige naamwoord ‘symbolon’ of ‘sumbolon’, dat teken, kenteken of herkenningsteken betekent, en het werkwoord ‘symbaloo’, dat ontmoeten, bijeenbrengen of vergelijken betekent.
Om kunstwerken in musea en op tentoonstellingen goed te kunnen begrijpen is het belangrijk om te weten waar symbolen voor staan. Wat een simpel stilleven lijkt, kan een rijke symboliek verbergen. De val van Faëton, vertelde als eerste instantie een verhaal. Nu weet ik door het verhaal te onderzoeken dat er meer achter zit.
In de oudheid konden mensen nog niet lezen of schrijven waardoor men verhalen moest aflezen op schilderijen. De Griekse mythologie is letterlijk de kennis van de Griekse mythen en sagen. Dit zijn verhalen over goden, halfgoden en de interactie tussen goden en mensen. De mythologie geeft verklaringen voor het ontstaan van de wereld, de hemellichamen, de mensen, de goden, het kwaad en ziekten, natuurverschijnselen en de oerelementen aarde, water, vuur en lucht. Ze vormde de basis van het geloven en denken van de oude Grieken.
De val van Faëton heeft dus een achterliggende gedachte op basis van mijn gevonden informatie via verschillende bronnen. Het verhaal heeft een moraal; Belofte maakt schuld. Helios beloofde Faëthon een wens en moest deze dus nakomen, ook al was het een domme wens, die wel fout moest gaan. Doe geen dingen die je niet kunt, Faëton was overmoedig en moest boeten voor zijn stommiteit. De symbolen in het verhaal komen voor om mensen duidelijkheid te verschaffen over betekenis die ermee wordt uitgedrukt. Een symbool is een betekenisdrager; het heeft enerzijds een vorm of representatie, en anderzijds een betekenis.
In ons dagelijks leven komen symbolen op allerlei plaatsen terug. Ze bepalen ons straatbeeld met vlaggen, handelsmerken, logo’s en reclameborden. In het verkeer komen we talloze afbeeldingen tegen die ons vertellen wat we wel of niet mogen doen of die ons waarschuwen voor gevaarlijke situaties. Het woord ‘symbool’ heeft zijn oorsprong in het Griekse zelfstandige naamwoord ‘symbolon’ of ‘sumbolon’, dat teken, kenteken of herkenningsteken betekent, en het werkwoord ‘symbaloo’, dat ontmoeten, bijeenbrengen of vergelijken betekent.
Om kunstwerken in musea en op tentoonstellingen goed te kunnen begrijpen is het belangrijk om te weten waar symbolen voor staan. Wat een simpel stilleven lijkt, kan een rijke symboliek verbergen. De val van Faëton, vertelde als eerste instantie een verhaal. Nu weet ik door het verhaal te onderzoeken dat er meer achter zit.
Land-art kunstenaar Christo
Christo
Christo heeft niet alleen een nieuwe kunstvorm bedacht, waarvoor tot nu toe een passende benaming ontbreekt, maar in feite ook nieuwe methoden voor de vervaardiging van kunst. Zijn manier van werken maakt hem tot de meest toegankelijke kunstenaar van allemaal, ook al blijft zijn inspiratie voor ons een mysterie.
Hij en zijn werk zijn thuis in het centrum van steden en in afgelegen landstreken. Christo heeft grote projecten gemaakt die slechts enkele dagen of weken hebben bestaan om vervolgens voor altijd te verdwijnen, alleen voortlevend in de media en in de herinnering van de honderden mensen die betrokken waren bij het ontwikkelingsproces.
Zoals ook Christo en Jeanne-Claude observeerde tijdens het interview, is hij een bezield mens die gemakkelijk communiceert en op briljante wijze beantwoordt aan die typisch naoorlogse kunstvorm.
Christo brengt mens en natuur dichterbij elkaar door middel van zijn kunst, daarbij laat hij ons inzien dat “vermommen” een nieuwe betekenis geeft aan een gebouw of in het landschap.
De media zorgt voor identiteit aan zijn projecten, dat heeft Christo nodig want anders zouden we niet weten wat er leeft in zijn kunst.
Doordat ik Christo onder de loep heb genomen weet ik beter wat hem fascineert om grote projecten te maken. De locaties die hij gebruikt zijn plekken die een waarde hebben of een achterliggende gedachte zoals bij de Rijksdag. Voor mij persoonlijk heeft het mijn blik verruimd ten opzichte van Land art en het gevoelsmens Christo. Ik woon zelf aan de rand van een natuurgebied, waar ik veel wandel en geniet van de rust, even weg van het drukke snelle leven. Ik begrijp waarom Christo het landschap gebruikt, als decor, achtergrond zodat zijn kunst rust uitstraalt en tegenovergesteld het grote “geweld”van de mens. Een tegenstelling die hem fascineert, enerzijds de massamedia en anderzijds het natuurlijke, vereenvoudigen van vormen, back to basic. Zoals bij de fence, wat een verademing als herinnering word beschreven door de toeschouwers. Hopelijk kan ik ooit zijn werk beleven in de toekomst.
Christo, is wezenlijk de kunstenaar van zijn tijd, van onze tijd.
Hij en zijn werk zijn thuis in het centrum van steden en in afgelegen landstreken. Christo heeft grote projecten gemaakt die slechts enkele dagen of weken hebben bestaan om vervolgens voor altijd te verdwijnen, alleen voortlevend in de media en in de herinnering van de honderden mensen die betrokken waren bij het ontwikkelingsproces.
Zoals ook Christo en Jeanne-Claude observeerde tijdens het interview, is hij een bezield mens die gemakkelijk communiceert en op briljante wijze beantwoordt aan die typisch naoorlogse kunstvorm.
Christo brengt mens en natuur dichterbij elkaar door middel van zijn kunst, daarbij laat hij ons inzien dat “vermommen” een nieuwe betekenis geeft aan een gebouw of in het landschap.
De media zorgt voor identiteit aan zijn projecten, dat heeft Christo nodig want anders zouden we niet weten wat er leeft in zijn kunst.
Doordat ik Christo onder de loep heb genomen weet ik beter wat hem fascineert om grote projecten te maken. De locaties die hij gebruikt zijn plekken die een waarde hebben of een achterliggende gedachte zoals bij de Rijksdag. Voor mij persoonlijk heeft het mijn blik verruimd ten opzichte van Land art en het gevoelsmens Christo. Ik woon zelf aan de rand van een natuurgebied, waar ik veel wandel en geniet van de rust, even weg van het drukke snelle leven. Ik begrijp waarom Christo het landschap gebruikt, als decor, achtergrond zodat zijn kunst rust uitstraalt en tegenovergesteld het grote “geweld”van de mens. Een tegenstelling die hem fascineert, enerzijds de massamedia en anderzijds het natuurlijke, vereenvoudigen van vormen, back to basic. Zoals bij de fence, wat een verademing als herinnering word beschreven door de toeschouwers. Hopelijk kan ik ooit zijn werk beleven in de toekomst.
Christo, is wezenlijk de kunstenaar van zijn tijd, van onze tijd.
Opdracht 3, Het landschap
Ik heb gekozen voor de Mookerheide in Mook. Ik heb een tekst gekozen en steekwoorden gebruikt om mijn landschap te vertalen naar een beeld.
De Mookerheide, een landelijke oase in de kop van Noord-Limburg.
Een gemeente gelegen tussen de Maas en de Mookerheide, de brug tussen Maas en heuvellandschap, met ongekende recreatieve mogelijkheden. Hier ervaart u de geweldige ambiance van uitgesterkte bos- en heidegebieden, een uniek stuwwallen landschap en een grote diversiteit aan cultuurhistorisch waardevolle elementen, duidend op een Romeins verleden.
De Mookerheide is prachtig in elk seizoen van het jaar. Je kunt er heerlijk wandelen en genieten van het panorama uitzicht dat 60 tot 80 meter boven NAP ligt.
De 80 hectare grote Mookerheide is eigendom van Natuurmonumenten. De schotse Hooglanders die hier vrij lopen houden de begroeiing kort, wat de diversiteit van de plantengroei ten goede komt. Door de diversiteit van planten heb je ook te maken met de verschillende soorten dieren die het prettig vinden hier te leven. Zo heb ik zandhagedissen, watervogels, roofvogels, vossen, reeën, dassen en sporen van zwijnen gezien in het bos van Mook. Door de klimaatveranderingen weet ik dat er in dit natuurgebied insecten voorkomen die alleen leven in tropische landen, zoals de tijgerspin en immens grote sprinkhanen.
De geschiedenis heeft haar sporen achtergelaten op de Mookerheide. Je kunt vandaag de dag nog altijd opzoek gaan naar de krijgsschat van de Nassau’s, die na de slag op de Mookerheide in de bodem verzonken is. Een van de bekendste verhalen rond de slag op de Mookerheide (onderdeel van de tachtigjarige oorlog) gaat over Kiste Trui.
Deze vrouw leefde enkele eeuwen geleden in de buurtschap Mook-Middelaar. Trui was bezeten van de gedachte een schatkist te vinden op de Mookerheide. Ze heeft haar hele leven gezocht, vandaar haar bijnaam “Kiste trui”. Dag na Dag spitse zij met haar spade de grond om, tot ze er simpel van werd. De kist met geld is nooit gevonden….
Houd je van wandelen en natuurschoon, kom en geniet van het natuurgebied van Plasmolen, Mook en Molenhoek!
Een gemeente gelegen tussen de Maas en de Mookerheide, de brug tussen Maas en heuvellandschap, met ongekende recreatieve mogelijkheden. Hier ervaart u de geweldige ambiance van uitgesterkte bos- en heidegebieden, een uniek stuwwallen landschap en een grote diversiteit aan cultuurhistorisch waardevolle elementen, duidend op een Romeins verleden.
De Mookerheide is prachtig in elk seizoen van het jaar. Je kunt er heerlijk wandelen en genieten van het panorama uitzicht dat 60 tot 80 meter boven NAP ligt.
De 80 hectare grote Mookerheide is eigendom van Natuurmonumenten. De schotse Hooglanders die hier vrij lopen houden de begroeiing kort, wat de diversiteit van de plantengroei ten goede komt. Door de diversiteit van planten heb je ook te maken met de verschillende soorten dieren die het prettig vinden hier te leven. Zo heb ik zandhagedissen, watervogels, roofvogels, vossen, reeën, dassen en sporen van zwijnen gezien in het bos van Mook. Door de klimaatveranderingen weet ik dat er in dit natuurgebied insecten voorkomen die alleen leven in tropische landen, zoals de tijgerspin en immens grote sprinkhanen.
De geschiedenis heeft haar sporen achtergelaten op de Mookerheide. Je kunt vandaag de dag nog altijd opzoek gaan naar de krijgsschat van de Nassau’s, die na de slag op de Mookerheide in de bodem verzonken is. Een van de bekendste verhalen rond de slag op de Mookerheide (onderdeel van de tachtigjarige oorlog) gaat over Kiste Trui.
Deze vrouw leefde enkele eeuwen geleden in de buurtschap Mook-Middelaar. Trui was bezeten van de gedachte een schatkist te vinden op de Mookerheide. Ze heeft haar hele leven gezocht, vandaar haar bijnaam “Kiste trui”. Dag na Dag spitse zij met haar spade de grond om, tot ze er simpel van werd. De kist met geld is nooit gevonden….
Houd je van wandelen en natuurschoon, kom en geniet van het natuurgebied van Plasmolen, Mook en Molenhoek!
Mijn idee; Als je op de Mookerheide bent kijk je uit op Cuijk en zelfs de kerktorens van Den Bosch zijn bij helder weer te zien. Het panorama heb ik als uitgangspunt genomen. Ik heb een kunstwerk gemaakt wat eigenlijk 3 bij 2 meter moet zijn. Het is van hout wat ik in elkaar als schakeling heb gemaakt. Daarna geschuurd en afgewerkt met oranje wat gevlamd is. De achtergrond die je ziet op de afbeelding heb ik gemaakt om het beeld wat je krijgt wanneer je door het kunstwerk kijkt. Het panorama geeft op deze manier steeds een ander beeld van de omgeving. Je kaderd als het ware het panorama. Waarom oranje; Het contrast met de lucht en de paarse heide.
Als kritiek kreeg ik dat het kunstwerk overal kan staan. Ik had inderdaad meer kleur van de Mookerheide moeten gebruiken zodat het beter overkomt. Next time
Resultaat opdracht 2 thema natuur
Door middel van bizonkit en gevonden houtsnippers in het bos heb ik opdracht 2 afgemaakt. Als uitgangspunt heb ik de eikel van opdracht 1. Ik wilde de 2 verschillende structuren weergeven. Glad (de eikel) en ruw van het hoedje. Het ijzer is glad wat in contrast staat met de ruwe buitenkant. Het werk is strak en netjes afgewerkt vind ik zelf.
"Wrapped health"
Dit is het eindresultaat van het inpakken van mijn gezondheid.
3D
Evaluatie kwartaal 2
Opdracht; Inpakken van iets waar je veel waarde aan hecht, gedachte, herinnering, telefoon, kan van alles zijn. Het inpakken bestaat in 3 verschillende nieuwe “huiden” of lagen variërend in materiaal en dicht, halfopen, en open vormen.
Ik heb gekozen om gezondheid in te pakken. Een begrip waar je pas over nadenkt wanneer je niet gezond bent.
Stap 1;
Na proefjes en ontwerpen gemaakt te hebben heb ik bedacht om te beginnen met een vorm wat mij een gevoel geeft van het begin van het leven, begin van gezondheid. Omdat de middelste vorm de dichte vorm is wat ik zie als en soort kern of begin.
Dichte vorm
Een in zwarte pantykousen ingepakte pop met vloeibare latex vormt de basis. Zwart, heb ik gekozen om het feit dat je nog niks weet, het is donker b.v. in de buik van mama of de groei van een zaadje onder de grond. De vloeibare latex geeft het stromen aan van het leven in de aderen. Aan de vorm zit een soort navelstreng/wortel die leidt naar de tweede laag van het inpakken van gezondheid.
Stap 2;
De dichte vorm wordt omhuld door de tweede laag die halfopen moet zijn. Ik heb eerst een soort frame gelast, waar mijn dichte vorm in komt te liggen. Het frame vormt de tweede laag en het begin van de derde open laag. De tweede laag, het ijzeren frame heb ik bekleed met krulhazelaar. Waarvan een aantal hoofdtakken voorzien zijn van rode draad. De krulhazelaar heeft een organische vorm, die ik persoonlijk erg mooi vind. De kronkels van de hazelaar heb ik gebruikt om de aderen te verbeelden. Het stromen van bloed in je aderen geeft voor mij aan dat je leeft. De hoofdaders met rood draad bewerkt zodat het contrast van de bruin/groene krulhazelaar en het ijzeren frame versterkt wordt. Door de rode draad te gebruiken wordt de vorm van het object ook versterkt.
Stap 3;
Aan het frame heb ik staafjes met daarop verschillende maten plaatjes bevestigd door middel van punt-lassen. De plaatjes hebben in het midden een ronde uitsparing. Op deze manier kun je met een oog focussen op de kern. Ik heb dit op de volgende manier bedacht; Wees zuinig op je gezondheid en blijf erop focussen.
“Wrapped health”
Reflectie
Het maken van proefjes van gecombineerde materialen vond ik in het begin lastig. Na een aantal ontwerpen gemaakt te hebben, om mijn gezondheid in te pakken, ging ik aan de slag. Tijdens de ontwikkeling van mijn werkstuk stelde ik mijn ontwerp bij. De doorzichtige slang heb ik weggelaten en in de plaats daarvan een rode draad gebruikt.
Ik vond het een interessante opdracht waarvan ik veel heb opgestoken. Zo en zo om op een andere manier met materialen om te gaan. En daarbij mijn idee te verbeelden in verschillende materialen.
Ik heb veel foto’s gemaakt tijdens het bezoek aan het CODA-Museum. Een bron van beestachtige inspiratie.
Ik heb lekker gewerkt in de werkplaats, thuis en tijdens de lessen. Ik heb een goed gevoel bij mijn “Wrapped health”.
3D
Evaluatie kwartaal 2
Opdracht; Inpakken van iets waar je veel waarde aan hecht, gedachte, herinnering, telefoon, kan van alles zijn. Het inpakken bestaat in 3 verschillende nieuwe “huiden” of lagen variërend in materiaal en dicht, halfopen, en open vormen.
Ik heb gekozen om gezondheid in te pakken. Een begrip waar je pas over nadenkt wanneer je niet gezond bent.
Stap 1;
Na proefjes en ontwerpen gemaakt te hebben heb ik bedacht om te beginnen met een vorm wat mij een gevoel geeft van het begin van het leven, begin van gezondheid. Omdat de middelste vorm de dichte vorm is wat ik zie als en soort kern of begin.
Dichte vorm
Een in zwarte pantykousen ingepakte pop met vloeibare latex vormt de basis. Zwart, heb ik gekozen om het feit dat je nog niks weet, het is donker b.v. in de buik van mama of de groei van een zaadje onder de grond. De vloeibare latex geeft het stromen aan van het leven in de aderen. Aan de vorm zit een soort navelstreng/wortel die leidt naar de tweede laag van het inpakken van gezondheid.
Stap 2;
De dichte vorm wordt omhuld door de tweede laag die halfopen moet zijn. Ik heb eerst een soort frame gelast, waar mijn dichte vorm in komt te liggen. Het frame vormt de tweede laag en het begin van de derde open laag. De tweede laag, het ijzeren frame heb ik bekleed met krulhazelaar. Waarvan een aantal hoofdtakken voorzien zijn van rode draad. De krulhazelaar heeft een organische vorm, die ik persoonlijk erg mooi vind. De kronkels van de hazelaar heb ik gebruikt om de aderen te verbeelden. Het stromen van bloed in je aderen geeft voor mij aan dat je leeft. De hoofdaders met rood draad bewerkt zodat het contrast van de bruin/groene krulhazelaar en het ijzeren frame versterkt wordt. Door de rode draad te gebruiken wordt de vorm van het object ook versterkt.
Stap 3;
Aan het frame heb ik staafjes met daarop verschillende maten plaatjes bevestigd door middel van punt-lassen. De plaatjes hebben in het midden een ronde uitsparing. Op deze manier kun je met een oog focussen op de kern. Ik heb dit op de volgende manier bedacht; Wees zuinig op je gezondheid en blijf erop focussen.
“Wrapped health”
Reflectie
Het maken van proefjes van gecombineerde materialen vond ik in het begin lastig. Na een aantal ontwerpen gemaakt te hebben, om mijn gezondheid in te pakken, ging ik aan de slag. Tijdens de ontwikkeling van mijn werkstuk stelde ik mijn ontwerp bij. De doorzichtige slang heb ik weggelaten en in de plaats daarvan een rode draad gebruikt.
Ik vond het een interessante opdracht waarvan ik veel heb opgestoken. Zo en zo om op een andere manier met materialen om te gaan. En daarbij mijn idee te verbeelden in verschillende materialen.
Ik heb veel foto’s gemaakt tijdens het bezoek aan het CODA-Museum. Een bron van beestachtige inspiratie.
Ik heb lekker gewerkt in de werkplaats, thuis en tijdens de lessen. Ik heb een goed gevoel bij mijn “Wrapped health”.
Les 7 en 8, Panorama landschap
Na de opgegeven zin: AAN DE ROTS ONTSPRINGT HET WATER VLOEIT EN VERDAMPT TOT WOLK DIE DE ROTS ZAL VERHULLEN.
De afgelopen weken heb ik met deze zin in het achterhoofd gewerkt aan mijn tekeningen. Het eindresultaat, een panorama van verschillende landschappen. Criteria wat opgegeven werd: De tekening begint bij nacht, naar overdag met veel licht in het midden en weer naar nacht. het panorama moest ongeveer 6 verschillende afbeeldingen bevatten en dat tot een landschap vormen. Het is een panorama geworden van 3 meter lang en 33 cm breed. Materiaal wat ik gebruikt heb is houtskool met zwart en wit pastel. Daarbij heb ik geveegd en gegomd. Ik vind tekenen heerlijk en jammer dat we het zo weinig doen. Ik ben tevreden met het resultaat.
Abonneren op:
Posts (Atom)